
Hooikoorts is een allergische reactie op de pollen van struiken, grassen en bomen. Bij hooikoortspatiënten reageert het afweersysteem meteen zodra stuifmeel in het lichaam komt. Het lichaam maakt dan de afweerstof IgE (Immunoglobine E) aan. De IgE bindt zich aan mestcellen (mastocyten) en aan basofiele granulocyten. Mestcellen bevinden zich voornamelijk in de slijmvliezen van de luchtwegen, darm en huid. Basofiele granulocyten zijn witte bloedcellen met granulen (blaasjes met een eigen membraan in het cytoplasma van bepaalde cellen in het lichaam). In de granules zijn verschillende stoffen opgeslagen zoals histamine. De IgE receptoren zitten op het membraan van de cel waar zich de stuifmeelkorrels aan binden. Deze stuifmeelkorrels zijn antigenen. Histamine komt vrij en zorgt voor de allergische reacties die kenmerkend zijn bij hooikoorts. De bloedvaten verwijden en gaan lekken. Tevens zorgt het ervoor dat de gladde spiercellen in de longen gaan samentrekken.